Inleiding

Het idee


In het kader van Simmer 2000 organiseerde Tresoar, toen nog de Provinsjale Bibliotheek, een tentoonstelling over genealogie. Martha Kist vroeg bij het Fries Museum een merklap in bruikleen. Gieneke Arnolli koos daarvoor de merklap gemerkt A.I. en 1746. Ze wist niet wie de maakster was. Wel was uit de documentatie bekend uit welke familie de lap afkomstig was en uit welke plaats. Martha vond het een uitdaging om te achterhalen wie de lap geborduurd had. Uiteindelijk bleek dat de lap gemaakt was door Antje Jilderts van Egten uit Ferwerd. Ze heeft op de lap het huwelijk van haar zuster Klaaske verwerkt. Maar omdat het trouwboek van Ferwerd uit 1746 door brand verloren is gegaan, zijn gegevens over dit huwelijk niet bekend bij Tresoar.
Op dat moment kwam het idee in ons op iets te doen met de interessante verbinding tussen merklappen en genealogie. En dat die voor zowel textielonderzoekers als genealogen bruikbaar is. Door middel van genealogisch onderzoek kun je meer te weten komen over de maaksters van een merklap en haar familie. Aan de andere kant kunnen merklappen ook informatie geven bij familieonderzoek: wat heeft de maakster geborduurd en waarom. Centraal staat daarbij het verhaal, de overlevering van de lap binnen een bepaalde familie.

Dit idee werd bevestigd tijdens het onderzoek dat Gieneke met Rosalie Sloof voor de publicatie Letter voor letter (2005) verrichtte. Met de hulp van een aantal genealogen van de Nederlandse Genealogische Vereniging afdeling Friesland lukte het de maaksters van een behoorlijk aantal tot dan toe anonieme merklappen op te sporen. Bovendien bleek dat de kleuren en motieven die op de lappen zijn gebruikt, een directe relatie hebben met de streek waar ze zijn gemaakt. Deze informatie vergemakkelijkt het zoeken naar lappen die geen volledige namen maar enkel initialen hebben aanzienlijk. De uitwerking van dit idee is deze gemeenschappelijke website. Financiering is mogelijk gemaakt door het Ministerie van OCW, met de regeling Digitaliseren met Beleid.

Het doel van het project


Het project Friese Merklappen is voortgekomen uit de samenwerking van het Fries Museum en Tresoar in Leeuwarden. De website is bedoeld voor iedereen die geïnteresseerd is in persoonlijke geschiedenis en textiel. U bent bijvoorbeeld verzamelaar van merklappen, of verwoed handwerkster, u hebt interesse voor volkscultuur en/of genealogie.
Het Fries Museum heeft een schitterende en internationaal beroemde collectie merklappen. Voor merklappen, en Friese merklappen in het bijzonder, bestaat wereldwijd belangstelling.
Het succes van de website van Tresoar, vooral de genealogische databases, wijst op de grote belangstelling die er is voor genealogie en geschiedenis. Stamboomonderzoek is in Friesland en daarbuiten voor veel mensen een belangrijke bezigheid. Contact met anderen om verhalen en ervaringen uit te wisselen is daarbij belangrijk.
Met deze website bieden we u een omgeving aan om eigen ervaringen met anderen te kunnen delen. Het Fries Museum heeft de nadrukkelijke ambitie om ‘het museum zonder muren’ vorm te geven. De collectie merklappen is zichtbaar en bruikbaar via internet. Fries Museum en Tresoar geven met dit merklappenproject vorm aan het begrip ‘erfgoedinstelling midden in de samenleving’.
Friese merklappen.nl zoekt aansluiting op al bestaande netwerken en websites rondom merklappen en concurreert niet met al bestaande websites. Daarbij experimenteren we met nieuwe vormen om informatie over de eigen collecties aan u te kunnen overdragen. De resultaten van uw gebruik van deze informatie kunnen op hun beurt een verrijking zijn van de oorspronkelijk aangeboden informatie. U kunt zelf interactief eigen materiaal, vondsten en verhalen toevoegen. Bovendien hopen we u hiermee te inspireren tot het ontwerpen van eigen merklappen en symbolen.

Uitbreiding in de toekomst


Friesemerklappen.nl is nadrukkelijk niet voorbehouden aan Fries Museum en Tresoar. De opzet en inrichting van de website is open en uitbreidbaar. Erfgoedinstellingen die belangstelling hebben om aan te sluiten bij het project, worden van harte uitgenodigd om contact op te nemen met Tresoar en het Fries Museum.


Geschiedenis van Friesland in de 17de- en 18de eeuw


Friesland was binnen de Republiek der Verenigde Nederlanden het op één na belangrijkste gewest. Na Holland droeg Friesland het hoogste percentage bij aan de algemene lasten van de Republiek, te weten 11,6%. Sinds de Unie van Utrecht (1580) kende ons land een staatsvorm waarin de gewesten een grote mate van zelfstandigheid hadden. Fryslân, zoals Friesland tegenwoordig officieel heet, werd tot de Bataafse tijd (1795) bestuurd door de Staten van Friesland. Die waren samengesteld uit de afgevaardigden van de 30 grietenijen en de 11 Friese steden. Statenvergaderingen konden soms lang duren. Vandaar dat de uitdrukking ‘op zijn elfendertigst’ hier zeker op van toepassing is. De term komt echter oorspronkelijk uit de weverij.
Op het gebied van de rechtspraak was elk gewest zelfstandig. Het Hof van Friesland was het hoogste rechtscollege in deze provincie. In 1585 kreeg Fryslân in Franeker een eigen universiteit, na Leiden de oudste in de Republiek. Ook had Friesland een eigen Admiraliteit, die verantwoordelijk was voor het uitrusten van de Friese oorlogsschepen.
De Staten van elk gewest benoemden een stadhouder, die tevens aan het hoofd van de strijdkrachten stond. De stadhouders van Friesland, Groningen en Drenthe waren steeds afkomstig uit het Huis Nassau-Dietz. De afstammelingen van Willem de Zwijger waren stadhouder in de overige gewesten.




Provinciekaart van Friesland met daarop de indeling in grietenijen uitgegeven door Petrus Schenk in 1706

Impres Internet Groep B.V. te Zwolle